Landskouter |
|
Algemeen
- Geschiedenis -
Foto's - Bezienswaardigheden -
Wapen - Kalender
- Publicaties -
Links |
|
 |
Algemeen: |
|
Oppervlakte:
196
ha. |
|
Herkomst van de naam: in 1118
Landescoutre, kouter = bouwland, van Lando? |
|
Inwoner: Landskouternaar; Landskouters. |
|
Landschap: Landbouw- en woondorp op de grens van
Zandig- en Zandlemig-Vlaanderen, aan de spoorweg
Gent-Zottegem-Geraardsbergen; heuvelachtig landschap (12 - 60 m), met
hoogste punt te Boonakker bij de grens van Oosterzele.
- Sedert 1977 samen met Balegem, Gijzenzele,
Moortsele en Scheldewindeke |
|
deelgemeente van
Oosterzele (9860)
 |
|
Geschiedenis: |
|
Landskouter werd in 1148 in leen gehouden van de graaf van Vlaanderen
door Boudewijn de Landscouter en in 1164 door Simoen de Landscouter.
In 1226 ruilde Joanna van Constantinopel haar bezittigen in
Landskouter met goederen van Radolf van Rode in
Niepkerke. Samen met Melle, Gontrode en Gentbrugge maakte Landskouter
deel uit van het leenhof Melle. Tot het
einde van het ancien régime bleef Landskouter aan de Heren van Rode
toebehoren. Het patronaatschap van de kerk behoorde in 1155 toe aan de
bisschop van Kamerijk, die er toen afstand van deed ten voordele van
de Sint-Baafsabdij van Gent. De parochie werd bediend door de pastoor
van Moortsele of van Gontrode en sinds 1727 door die van Gijzenzele.
Sinds 1840 is Landskouter een zelfstandige parochie. Landskouter
maakte deel uit van het bisdom Kamerijk, na 1559 van het aartsbisdom
Mechelen en nadien van het bisdom Gent.  |
|
Bezienswaardigheden: |
|
De éénbeukige laatromaanse
Sint-Agathakerk
(12de eeuw) bleef nagenoeg in haar oorspronkelijke toestand bewaard; de
toren werd in de 13de en 15de eeuw enigzins verbouwd; de buitenmuren van
het schip werden in de 15de eeuw grotendeels gewijzigd; het gewelf werd
in de 16e eeuw gestoken. Het laatbarokke meubilair dateert uit de 18de
eeuw. Hoofdaltaar, kansel en communiebank (midden 18de eeuw), door
Frans Hebbelinck (Gent); twee zijaltaren (4de kwart 18de
eeuw); muurbeschotten en gestoelte (1768) in hoogkoor, orgelkast en
doksaalbalustrade (1768), door Domien Cruyt (Gent); biechtstoel
(midden 18de eeuw). Hardsteen wijwatervat (15de eeuw).
Beelden: "Calvariegroep" (16de eeuw); "H. Agnetha",
"H. Blasius" en "O.L.Vrouw met Kind" (16de eeuw).
Schilderij "Verrijzenis van Jezus" (18de eeuw), door Jacob
Van Oost. |
|
De
graanjeneverstokerij Betsberg aan de
Geraardsbergsesteenweg was nog tot 1950 werkzaam. |
|
Pater
Frans Van De Velde werd in 1909 in
Landskouter geboren en verbleef tussen 1937 en 1986 bij de Eskimo's. |
|
Het
Aalmoezenijebos (29 ha) wordt beheerd door
de RUG.  |
|
Wapen:
vóór 1976 |
|
"Gevierendeeld
1. en 4. in lazuur een leeuw van goud, getongd van keel, houdende in de
rechterpoot drie bladeren van goud, een smalle schuinbalk van keel over alles
heen, beladen boven met een komeet van goud en onder met een drietoppige rots
van hetzelfde, 2. en 3. in lazuur drie zespuntige sterren van goud; hartschild:
in goud een leeuw van sabel, geklauwd en getongd van keel, en een uitgeschulpt
omboordsel van sabel."
GB 18.6.1980 - KB 1.12.1980 - BS 22.1.1981 (z.b)
Na de fusie van
1977 gaf de nieuwe gemeente de voorkeur aan een nieuw wapen.
De keuze viel op het blazoen van de familie Rodriguez de Evora y Vega,
sinds 1602 heren en vanaf 1682, tot op het einde van het Ancien Régime,
markiezen van het Land van (Schelde)rode, waartoe alle deelgemeenten ten laatste
sinds de 13de eeuw behoorden. Het betreft de Spaanse tak van dit geslacht, om
een onderscheid te maken met de banier in het huidige wapen van Merelbeke, die
eveneens steunt op het wapen Rodriguez de Evora y Vega.
Bron: Gemeentewapens van
België, Deel II Vlaanderen M-Z en Brussel, door Lieve Viaene-Awouters en Ernest
Warlop; Dexia Bank 2002, blz. 111 en 112.

|
|
Evenementenkalender: |
|
Zondag na 21 juli: kermis  |
|
Links: |
|
Landskouter.be |
|
 |
|

 |