Beerlegem |
|
Algemeen
- Geschiedenis -
Foto's - Bezienswaardigheden -
Wapen - Links |
 |
Algemeen: |
|
Oppervlakte: 224
ha. |
|
Hoogte: 39,26 meter aan de drempel van de kerk. |
|
Op 21 km van Gent, op 12,5 km van Oudenaarde, op 6,5 km van
Balegem en Scheldewindeke. |
|
Bestuurlijk en rechterlijk arrondissement Oudenaarde;
vredegerechtskanton Sint-Maria-Horebeke; bisdom Gent. |
|
Herkomst van de naam: persoonsnaam (Berilo, diminutief van Bero)
en inga, en heem = woonplaats van de lieden van Berlingen ( Berlingenhem, later
Beirlegem). Andere bronnen vermelden de naam 'Bardelingheym': woning der
Bardarlingen. |
|
Inwoner: Beerlegemnaar; Beerlegems. |
|
Aantal inwoners: 213 inwoners in 1816, 421 inwoners in 1840, 348
inwoners in 1895, 355 inwoners in 1938, 348 inwoners vandaag. |
|
Landschap: Schilderachtig landbouw- en woondorp in
Zandlemig-Vlaanderen; heuvelachtig landschap (tot 50 m); in 1971 opgenomen
in de fusiegemeente Munkzwalm. |
|
Waterloop: de Stampkotbeek. |
|
Sedert 1977 deelgemeente van Zwalm
(9630).
|
|
Geschiedenis: |
|
De ontdekking van een
Merovingische begraafplaats in 1955 bewijst dat Beerlegem een Frankische
nederzetting was.
De heerlijkheid van Beerlegem maakte deel uit van het Land van Rode. Zij heeft
haar naam gegeven aan een adellijke familie, die er de herenmacht uitgeoefend
heeft. De oudst gekende van dit geslacht, Theodoricus van Berleghem, wordt
vernoemd in 1196 in een charter van Raas van Gaver.
Nadien ging het heerschap over aan Gerard van Grimbergen. Door huwelijk van zijn
erfgename, Marie van Grimbergen, kwam de heerlijkheid in 1365 in het bezit van de
familie van Maldeghem.
Het heerschap ging dan over aan Robert de Masmines, ridder van het Gulden Vlies.
In 1473 vindt men de heerlijkheid Beerlegem in het bezit van Elisabeth, vrouwe
van Heule, Leeuwergem en Bellegen, echtgenote van Walter van der Gracht, heer
van Volander, Moorsele, Wevelgem enz..., overleden in 1505. De
achterkleindochter van deze laatste, Anne de Croy, huwde op 17 aprl 1539 met
Martin van Hoorne, heer van Gaasbeek, die de heerlijkheid Beerlegem in 1553
verkocht aan Louis de Rodoan, heer van Doncourt. Eén van de zonen van Louis de
Rodoan was Karel Philip de Rodoan, geboren te Beerlegem, die in 1594 abt werd
van Eename en in 1600 bisschop van Brugge.
In 1677 liet Philippe-Albert de Rodoan Beerlegem over aan Franciscus Gonzales van
Alveida.
Karel II, koning van Spanje, verhief in 1682 het Land van Rode tot markizaat.
Beerlegem behoorde niet tot het markizaat want in 1680 werd de heerlijkheid
Beerlegem tot de rang van baronie verheven eerst ten gunste van de markies van
Rode, Lupus Maria Rodriguez d' Evora y Vega, later, bij de verdeling van het
Land van Rode in 1697 ten gunste van zijn tweede (overlevende) zoon Lupus. Bij
de dood van Lupus in 1734 kwam Beerlegem onder de hoede van de heer van Rode
(broer van Lupus, nl. Joannes Josephus) die naast markies van Rode ook baron van
Beerlegem werd.
Het kasteel van Beerlegem is tot op heden in dezelfde familie gebleven. Eerst
van vader op zoon tot in 1887, toen het domein van Adolphe Marie Ghislain Rodriguez de Evora y
Vega overging naar zijn zuster Marie Madeleine, die gehuwd was met Charles de
Spangen. In 1893 kwam het bezit in handen van Marie-Thérèse de Spangen, gehuwd
met Louis de Marchant et d'Ansembourg. Het bleef tot 1944 in bezit van hun zoon
Alfred. Na zijn overlijden werd de huidige familie d'Ursel de Bousies eigenaar. 
|
|
Bezienswaardigheden: |
|
In 1955-67 werd een zeer uitgestrekt Merovingisch
grafveld (6e-7e eeuw), met ruim 150 graven, o.a. zeer rijk vrouwengraf,
systematisch onderzocht. |
|
Van de laatgotische
Sint-Adreaskerk bleek enkel de
westertoren in baksteen en Balegemse zandsteen (1641) bewaard, die sinds
4.11.1943 beschermd is. In 1790 werden het schip en koor afgebroken en in
1792-93 wederopgebouwd als een classicistische zaalkerk, waaraan ca.1870 een
dwarsbeuk met korte armen werd toegevoegd. Het interieur werd in 1969 volledig
opgefrist, waarbij de nog oorspronkelijke stuc-marmeren bekleding verdween.
Meubilair: preekstoel (gedateerd 1662); doopvont met koperen bekken en
smeedijzeren haal (17e eeuw); biechtstoel (ca. 1800); doksaal (ca. 1800), met
orgel door gebroeders Reygaert, in 18e-eeuwse kast; koorgestoelte (begin 19e
eeuw). Portiekvormig hoofdaltaar (ca. 1800), door Remi Rooms (Gent), met
eucharistische taferelen; zuiderzijaltaar, met reliëlfs (1914), door R. Rooms,
met taferelen uit het leven van Sint-Godelieve van Gistel. Beelden (18e-19e
eeuw), o.a. Sint-Andreas en Sint-Godelieve (18e eeuw), die wordt aangeroepen
tegen keelpijn. Schilderijen: "O.L.Vrouw met Kind","O.L.Vrouw met
Kind en Johannes" en "Jezus aan het Kruis" (17e eeuw).
Grafsteen (1607) en rouwblazoenen (19e eeuw). |
|
Aan beide zijden van de kerk, typische woningen. Rechts oude afspanning
"De Zannekin", links langgestrekte boerderij
(1846). |
|
Naast deze hoeve een beukendreef die, evenals drie andere
dreven, leidt naar het kasteel van de voormalige heerlijkheid Rode; in de eerste
dreef, twee interessante huizen, één uit begin 19e eeuw. Achter het fraaie
smeedijzeren hek, bekroond met monogram van de Heren van Rode, twee
classicistische dienstgebouwen: links uit 1773, rechts uit 1783. |
|
Het
kasteel van Rode, uit 1730, is opgetrokken in een
speelse, naar rococo neigende barok; vergroot in 1872. Stemmige kapel. In het
park, met visrijke vijver, de schandpaal van de voormalige heerlijkheid(ca.
1680), met wapenschild van de baronie. Nog drie andere vijvers worden gevoed
door het Munkbosbeekje. |
|
In het schilderachtig kasteelbos, het romantisch huisje "De
Kluize" en de bron "Het Wijnhuizeke". Het
kasteel ligt in een Franse gestileerde omlijsting van prachtig geboomte. |
|
Typische O.L.Vrouwkapel, met
wapenschild van de Heren van Rode.
|
|
Wapen:
vóór 1976 |
 |
|
"Gevierendeeld: 1 en
4 van keel met een adelaar van goud, gebekt, gepoot en gekroond van lazuur, wat
is de la Vega; 2 en 3 van zilver met drie leliebloemen met afgesneden voet van
lazuur, wat is van Aronyo; in het midden een gevierendeeld schild 1 en 4 van
lazuur met een leeuw van goud, getongd van keel houdende in de rechterpoot 3
bladeren van goud, met smalle schuinbalk van keel over alles heen en in het
schildhoofd beladen met een komeet van goud en in het schildvoet met een rots
met drie toppen van hetzelfde; 2 en 3 van lazuur met drie sterren van goud, wat
is de Rodriguez; in het hart, in goud een leeuw van sabel met uitgeschulpten
boord van hetzelfde, wat is de Rodes. Schildhouders: twee leeuwen van goud genageld en getongd van keel, het
schild gedekt met eene kroon met vijf fleurons."
GB 17.5.1930 - KB 16.7.1931 - BS 23.9.1931Bron: Gemeentewapens
van België, Deel II Vlaanderen M-Z en Brussel, door Lieve Viaene-Awouters en
Ernest Warlop; Dexia Bank 2002, blz. 437, 438, 439.

|
|
Links: |
|
Beerlegem
|
|
 |
|

 |